Ethiek en visie

Hoewel de meeste glazuurcomponenten niet giftig zijn en relatief makkelijk te ontginnen, zijn er ook een paar die een meer dan twijfelachtige reputatie met zich meesleuren op ethisch, ecologisch of toxicologisch vlak. Cobalt is wat dat betreft één van de meest problematische. De wereldwijde ontginning van cobalt gebeurt voor ongeveer 70% in Congolese mijnen in mensonwaardige, gevaarlijke en onderbetaalde omstandigheden. De kinderen die er werken worden niet oud.. Hoewel men als eindgebruiker zelden de historiek van zijn grondstoffen kan kennen is de cobaltproblematiek zo flagrant dat ik heb gekozen om dit element volledig te bannen uit mijn atelier.

Los daarvan kies ik ervoor om mijn glazuren enkel met ijzer te kleuren. Dit is eerder een gevoelskwestie, ijzer biedt een pallet aan kleuren aan waar ik me het meest comfortabel bij voel en dat het best bij mijn werk past. Daarnaast is ijzer na zuurstof, silicium en aluminium (niet toevallig de elementen waaruit klei en glazuren bestaan) het meest voorkomende element in de aardkorst. Sinds de mens de aarde bevolkt heeft ijzer altijd deel uitgemaakt van zijn dagelijkste leven - de kleur van de grond waarop we leven, waar ons voedsel uit groeit en waar we ooit terug naartoe keren, onze werktuigen en gebouwen, tot de ijzeratomen in hemoglobine - we zijn als het ware vergroeid met ijzer. De andere kleurende elementen zijn moeilijker bereikbaar en vergen voor hun ontginning complexere technologische vaardigheden die ik minder goed kan verzoenen met wat een pottenbakker in deze tijd volgens mij hoort te doen; contactpunten aanreiken langsheen dewelke de mens zich terug kan verbinden met zijn aardse oorsprong.

Schoonheid

De pottenbakker is niet de schepper van schoonheid, hij is slechts een vertaler. Gebogen over zijn draaischijf tracht hij de innerlijke schoonheid van de natuur om te zetten in een menselijke ervaring. Die natuurlijke schoonheid zit verborgen in de samenstelling, de structuur en de verscheidenheid van miljoenen jaren oude gesteenten en mineralen. Die rijkdom ligt daar, gevormd in het diepst van de aarde, in de bodem, dagzomend soms, bij elke wandeling betreden, en nochtans nauwelijks opgemerkt door de mens die een meer intellectuele benadering van schoonheid ontwikkelde en in de kei waarover hij struikelt niet meer een gift van de natuur herkent.
Het is de pottenbakker die de taak op zich neemt om deze schoonheid tot uiting te brengen. Met als grondstoffen siliciumoxide, alumino-silikaten en wat andere mineralen zal hij op de draaischijf en in zijn oven zijn vertaalwerk uitvoeren.

Maar de natuur laat de pottenbakker niet volledig vrij..
Ze wil haar aandeel in het eindresultaat en neemt haar verantwoordelijkheid op door een deel van de middelen voor zichzelf te houden. De vervormende kracht van de hitte, de intensiteit van de vlam, het karakter van de klei, de precieze samenstelling van de gesteenten; dit alles beheerst de pottenbakker slechts gedeeltelijk en verplicht hem de natuurelementen als zijn gelijken te behandelen. De controle over het vertaalproces is gespreid, en de deelnemers hebben niet altijd dezelfde visie over het te bereiken resultaat. Het is dat wat de pottenbakker boeit; het vuur, de klei, de ovenatmosfeer: ze voeren samen die mysterieuze dans uit waarvan hij niet alle bewegingen doorgrondt..

De natuur levert grammatica en woorden, en de pottenbakker, die schrijft zijn verhaal..

Behouden

Bij het begin van het neolithicum, toen de mens sedentair werd, veranderde zijn relatie tot de natuur diepgaand.  De jagers-verzamelaars, door uit hun omgeving slechts datgene te nemen wat ze nodig hadden, waren vrij in hun bewegingen.  De neolithische mensen daarentegen moesten met de toekomst rekening houden.  Ze leefden in symbiose met de natuur en waren verplicht voorzienig te zijn, te plannen en te bewaren om niet-productieve periodes te overbruggen en opnieuw te kunnen beginnen van zodra de natuur het hen toeliet.

Keramiek werd geboren...  Of het nu vlees, zaden of fruit was, de nood om iets voor langere tijd te kunnen bijhouden was er, en de pottenbakker maakte zijn intrede (meer dan waarschijnlijk was het een pottenbakster..).

Dit ligt intussen ver achter ons en sindsdien leerden we nog andere materialen gebruiken; hout, metaal, glas, kunststoffen, maar de pottenbakker bleef al die tijd dicht bij zijn oorsprong, door de eeuwen heen veranderde zijn taak niet: met behulp van klei en water bakent hij een deel van de ruimte af en geeft het een nieuwe functie.

Behouden is bijna uitsluitend menselijk. Het veronderstelt bijeenbrengen, sorteren, oordelen en uiteindelijk, bewaren. De neolithische mens – en het liefst ook de moderne mens – ontleent aan de natuur wat voor hem nuttig is, schept wat toegevoegde waarde, bewaart het een ogenblik en geeft het dan aan de natuur terug.

De pottenbakker heeft in dit alles een fundamentele rol; hij laat de mens toe vandaag en morgen te verbinden.  De eerste gebaren die de neolithische mensen in staat stelden om dit te doen, waren de zijne..

Delen

Door een gemeenschap te vormen, leerden de mensen samen te leven. Ze leven nu niet meer in afzondering van elkaar, maar bevinden zich plots in gezelschap, omringd en geliefd. Het individu wordt een persoon. In de eerste samenlevingen ontdekt de mens, terwijl hij een evenwicht zoekt tussen zijn eigen belangen en deze van de gemeenschap, solidariteit. Mensen helpen elkaar, delen hun bezittingen.

De pottenbakker ziet de nieuwe noden: zijn potten krijgen een meer open karakter: kommen, kannen, bekers gaan van hand tot hand. Dit is waar delen over gaat: de gemeenschappelijke maaltijd, een moment bij elkaar.

Geven

..en dan opent de pottenbakker nog meer de klei. Er verschijnen schalen, schotels en borden, open en vrijgevige vormen. De gastvrijheid ten overstaan van de vluchteling, de schotel met voedsel in het midden van de tent, het bijkomend bord aan de tafel voor de behoeftige. Vrijgevigheid is zich openen voor de andere. De objecten die nu uit de pottenbakkersoven komen openen zich op de wereld, ze bieden hun inhoud aan.